Eigen welzijn eerst
Roxane van Iperen
Een vlammend essay over hoe we in Nederland als burgers in onze samenleving niet langer inzetten op de potentie die van onderuit zou opbloeien, maar op zelfbehoud.
Nederland heeft lang een zelfbeeld van openheid en tolerantie gehad, waarvan de middenklasse de motor was. Een uitvloeisel van het naoorlogse optimisme van kansengelijkheid, gebaseerd op liberale waarden en fatsoenlijke publieke voorzieningen voor iedereen, ongeacht afkomst of achternaam. Maar ergens kwam er een ommekeer, en werd er niet langer ingezet op de potentie die van onderuit zou opbloeien, maar op zelfbehoud.
In Eigen welzijn eerst trekt Roxane van Iperen een heldere lijn: na de opkomst van Fortuyn en Wilders, verschoof het narratief, van een jarenlange negatieve boodschap van angst voor het externe gevaar, naar een positieve boodschap van focus op het eigene. De lijn eindigt in het heden met de door Van Iperen gemunte term ‘wellness-rechts’: ‘Een groep die voorheen apolitiek was, althans, die zich in deze georganiseerde vorm nog niet eerder in de politieke arena had laten gelden: bezorgde moeders en online influencers uit de welzijnshoek.’
Eigen welzijn eerst is een vlammend essay over de glijdende schaal waarop de (voorheen) liberale middenklasse van Nederland zich momenteel bevindt, en waarin Van Iperen betoogt dat diezelfde middenklasse zich herbezint op haar oorspronkelijke positie als de motor van het vooruitgangsdenken en innovatie.